Hoewel de aanschafprijs van zonnepanelen voor iedereen in principe gelijk is, worden de uiteindelijke nettokosten sterk bepaald door de situatie van de koper. Ons belastingstelsel bepaalt direct voor iedereen of de overstap naar hernieuwbare energie interessant is of niet.
De prijs van zonne-energie wordt grotendeels bepaald door de aanschafprijs van de installatie die de zonnestroom gaat opwekken. De investering wordt op termijn terugverdiend, doordat de nu zelf geproduceerde stroom niet meer ingekocht hoeft te worden.
Dit lijkt een vrij eenvoudig te maken rekensom, maar een samenstel van belastingen hebben een zeer grote impact op de uiteindelijke nettoprijs van de zelf geproduceerde energie. Het maakt daarbij veel uit of het gaat om een school of bedrijf.
Als we goederen aanschaffen betalen we 19% BTW over het aankoopbedrag. Bedrijven en andere BTW-plichtige organisaties mogen de betaalde BTW terugvragen van de belastingdienst, maar bijvoorbeeld particulieren en scholen niet.
Aangezien de prijs van zelf geproduceerde stroom bestaat uit de kosten van de installatie gedeeld door de te verwachten stroomopbrengst, maakt een aankoop met of zonder die 19% een flink verschil in de uiteindelijke nettokostprijs van de energie.
Het volgende verschil in uitkomst van de rekensom wordt gevormd door de mate waarin men gebruik kan maken van fiscale aftrekregelingen. Een aftrek zorgt voor verlaging van het belastbare bedrag en resulteert daarmee in een besparing op uw belastingafdracht.
We hebben in Nederland een woud van aftrekregelingen, waaronder de Energie Investeringsaftrek, Kleine Investeringsaftrek, Tijdelijke Willekeurige Afschrijving, noem maar op. Alleen geldt ook hier dat deze regelingen alleen bruikbaar zijn voor bedrijven, niet (rechtstreeks) voor particulieren of bijvoorbeeld scholen.
Een laatste aspect is de energiebelasting. Omdat een investering in bijvoorbeeld zonnepanelen terugverdiend wordt door uitgespaarde inkoop van stroom, is uw terugverdientijd logischerwijs korter bij een hogere inkoopprijs. Hoe goedkoper uw stroom, hoe minder interessant om te investeren.
Hier zijn de particulieren in het ‘voordeel’ ten opzichte van bedrijven en scholen. Door de opzet van onze energiebelasting betaalt een huishouden relatief meer energiebelasting dan een school of bedrijf. Tellen we daar de BTW bij op, dan betalen particulieren de hoogste stroomprijs, gevolgd door scholen , en dan pas bedrijven met een relatief lage stroomprijs.
Het gevolg van de huidige opzet van ons belastingstelsel is dat het veel uitmaakt of u investeert als privépersoon, als school of als bedrijf. Globaal gesproken zijn scholen netto voor exact dezelfde hernieuwbaar geproduceerde stroom twee tot drie keer zoveel geld kwijt als bijvoorbeeld bedrijven.
In de transitie naar hernieuwbare energie is het dus zeer zinvol om te kijken hoe we ons belastingstelsel kunnen ‘vergroenen’. De huidige opzet maakt dat het maatschappelijk belangrijke instellingen als scholen de facto onmogelijk wordt gemaakt om (zonder subsidie) het goede voorbeeld te kunnen geven.
(c) 2011 Jeroen Saeijs / Gepubliceerd in het Financieele Dagblad
Terug naar nieuwsoverzicht